Fred,


(Rijmschema: abac dbdc. Of dat schema een naam heeft? Jo-hoost!!)


Het houden van een huis omvat

- het is niet overdreven -

wat meer dan zitten op je gat,

dat is jou wel bekend.


De funktie staat zo lang als breed,

Al is-ie niet omschreven,

garant voor tranen, bloed en zweet,

En loont geen ene cent.


Waggelend nog van de slaap

ontbijt en lunch bereiden,

en bierkaaivechtend tegen gaap

de vrouw naar ‘t werk geracet.


Dan volgt processing van het grut!

Da’s "vecht, huil, bid, werk en" lijden;

Vooral als de bende tegensput-

tert is het een groot feest.


Dan maak je rap het slagveld schoon:

de vleuren, moeren, duren..

Je hebt geen keus, het moet gewoon,

dus wapen je geducht,


en veeg de klodders van’t behang,

het bloed - tja dat wordt schuren,

de faeces van ‘t plafond en dan

het hele huis gelucht.


Er moet nog zoveel meer gedaan,

t Is nauwelijks te bevatten,

Het is benijdenswaard geen baan,

Dat is wel klip en klaar.


Het kroost,de vrouw,de plee, de was,

het maal, de vaat, de katten,

de buurvrouwpraat,de poep, de plas..

Wat is het leven naar.

Ach kon ik er maar iets aan doen,

Dat ‘t leven zulk een kruis is,

Maar wat baat hier mijn buidel poen?

Wat wast tegen dit kruid?


Nou, en toen wilde ik toewerken naar het idee dat je als huisman in feite de ultieme heer des huizes bent.

Maar het gekozen rijmschema laat geen slepend rijm in de laatste regel van de strofe toe, waardoor een sterke eindzin wat dat betreft onhaalbaar bleek, dus dat feest ging niet door. Bovendien heb ik geen idee hoe ik vanaf dit punt nog op de beoogde ontknoping uitkom, zonder dat de alhier aanwezige toehoorders overmand worden door slaap.

Ik had natuurlijk halverwege een stijlbreuk kunnen toepassen, bijvoorbeeld ineens overgaan op aabb enzovoorts in plaats van abacdbdc. Of ik had het hele verhaal opnieuw kunnen beginnen. Maar dat heb ik niet gedaan.

Je doet het hier maar mee hoor. Doeeiiiiiii !!!


Sint.