Marjolein,




In het Woeste Wilde Westen

ver in de Joe Es of EE,

zat je al gauw in de nesten,

een bleek gezicht in de puree.


(Joe Es of EE= US of A: United States of America)


Een indiaan was in die dagen

druk beschilderd in ‘t gelaat,

met felgekleurde stopverf-lagen,

wat op zich wel aardig staat, maar....


Indianen waren wild, en

altijd op het oorlogpad,

En - wouw! - die roodgehuiden gilden...

Echt frontaal je oren plat!


Met pijl en boog en lange speren,

molden zij elk bleekgezicht,

dat hun kamp kwam langspasseren,

Al was het nog zo’n lieflijk wicht.


De pijl die wegschoot uit hun bogen,

Kwam altijd aan waar de krijger wou,

Hoe ver zo’n ding ook kwam gevlogen,

t Was altijd raak, en dat deed ‘AU!!’.


Barbaren waren het, die rooien,

En wij blanken waren braaf,

Wij waren wit, en goed, en mooi, en

wij waren bovendien beschaafd:


Een indiaan, geachte heren,

Mol je beschaafd met een geweer.

Barbaarse pijl-en-boog en speren

Nee, die gebruiken wij niet meer...”



Nu, jaren later, ach, zo vele,

Kijk toch eens wat er gebeurt:

We gaan beschaafd met pijltjes spelen,

blank en rood, of anders gekleurd....


We trachten heel precies te mikken,

Komt de pijl in ‘bull’s eye’ aan?

Maar zouden we ‘t echt beter ‘flikken’,

Dan deze echte indiaan?




Sinterklaas.