Beste Rianne,


Angst en vrees, dat is mijn deeuw,

Vergeef mij als van angst ik schreeuw,

Hoor toch het angstlied dat ik kweeuw,

Echt, mijn hart klopt in mijn keeuw,


t Is of ik met mijn leven speeuw,

Straks wordt mijn vrouwtje nog een weeuw,

Ik zit te trillen als een spreeuw,

Die het erg koud heeft in de sneeuw.


Dit dier zie je in de Peeuw,

En de Veluwe niet zo veeuw,

Want daar vind je sinds jaar en eeuw,

Hooguit een musje, of een meeuw.


Wat ben ik bang zeg, crimineeuw,

Dit is echt sensationeeuw,

Ik ben zo bang, ik kijk zelfs scheeuw,

En dat staat raar hoor, met een briuw.


Achter het bloempje van een steeuw,

Houd ik mij schuil, naast een perceeuw,

Zal ik hem aaien? Da’k hem streeuw?

Ga ik dan stuk, of blijf ik heeuw?


O, ik zie vast kanariegeeuw,

Eet hij mij op, eventueeuw,

Fijn gegarneerd met pijpkaneeuw?

Of lust hij liever tarwemeeuw?


Zeg meisje, voor ik je verveeuw,

Met al wat rijmen kan op eeuw,

Schenk ik je, gapend met een geeuw,

De Koning der dieren: hij heet Paul!


Sint Nicolaas.


P.S. leeuwedeeuw, ministerieeuw, Stugge Zeeuw, confidentieeuw, materieeuw, manueeuw.......