Terry,



Het leven van een egelheer

Gaat echt niet over rozen,

en bij het minnekozen,

daar blijkt dat eens te meer,

en doet ook heel erg zeer.


Want zijn wij eenmaal goed en wel

diep in elkaar verwikkeld

dan roept zij vaak geprikkeld

Stop hier dit liefdesspel;

dit is voor mij een hel!


Bloed sijpelt uit haar tere huid,

zo zwaar is zij gehavend;

dat komt van al dat schaven.

Dan haalt zij woedend uit:

vermorzeld is mijn snuit.


Hier! Schurend varkens achterend!

Ga je nou toch eens scheren,

Dit doet alleen maar zeer en

ik voel me niet verwend,

Wat ben jij voor een vent?


Jij stekelhuid, jij prikkelrug!

Ik ga er mooi van tussen!

Ik wil geen speldekussen,

zo stijf, zo hard, zo stug..

Steek’ mij dan maar een mug!


De schat zet al haar stekels op,

en staat mij naar het leven,

(‘t Is echt niet overdreven),

ze prikt mij door mijn kop,

en geeft soms ook een schop.


Ja werkelijk, het doet mij pijn

mijn vrouw zo te zien lijden.

Kon ik het maar vermijden,

dat stekeltjesgordijn

rondom dat lijf van mijn.


Terry, ik weet maar één manier,

om dit minneleed te stelpen,

Wil jij me daarbij helpen?

Doe jij mij dat plezier,

uit liefde voor een dier?


Trek jij die speld- en naaldenzwerm

ten bate van mijn wijfje

uit mijn verliefde lijfje?

Doe’t snel, trek fier en ferm;

let niet op mijn gekerm....


......



Au! Pijn! Ik hou dit niet meer uit!

Ik voel me echt gebroken,

maar ben nu wel ‘ontstoken’.

Ze jubelt het vast uit:

Een gladde egelhuid.


Wat deed dat allemachtig zeer,

die stekels uit mij trekken!

Het is echt van de gekken.

Doe dat zo maar niet meer,

Neem dit een volgende keer.



EgelPiet.